Beer in Dutch

Beer in Dutch is bier

Example Sentences

• Heb je bier?
  Do you have beer? Source
• Ik kan geen bier meer drinken.
  I can't drink any more beer. Source
• Ik drink zijn bier.
  I am drinking his beer. Source
• Hij dronk bier.
  He drank beer. Source
• Ik heb geen zin om vanavond bier te drinken.
  I do not feel like drinking beer tonight. Source
• Hebt u een licht bier?
  Do you have any light beer?, Do you have a light beer? Source
• Laten we wijn of bier drinken.
  Let’s drink wine or beer. Source
• Ik kan niet nog meer bier drinken.
  I can't drink any more beer. Source
• Heeft u ook bier?
  Have you got any beer? Source
• Ik heb gister te veel bier gedronken.
  I drank too much beer yesterday. Source
• Bij mij thuis drinken we veel bier.
  In my house we drink a lot of beer. Source
• Drink niet zoveel bier.
  Don't drink so much beer. Source
• Ik geef niet om bier.
  I don't care for beer. Source
• Hij dronk een biertje.
  He drank a beer. Source
• Ik was gewend om bier te drinken.
  I used to drink beer. Source
• Ik zou heel graag een koud glas bier willen hebben.
  I would love a cold glass of beer. Source
• Ik bestel liever bier.
  I would rather order beer. Source
• Nog een glas bier alstublieft.
  Another glass of beer, please. Source
• Hij heeft een bier besteld.
  He asked for a beer., He ordered a beer. Source
• Soms ga ik uit voor een biertje.
  I go out sometimes for a beer. Source

Looking for something a bit more visual? Check out our infographic on Beer in Dutch with example sentences and translations.

Useful Links

• Mijnwoordenboek
• dict.cc
• WordReference
• Wiktionary
• Google Translate
• Tatoeba
• bab.la
• Glosbe
• Linguee

Have a question or comment about Beer in Dutch? Let us know!